Ze Is Wel De Baas, Maar Kaag Heeft Hier Toch Geen Goed Zicht Op
Introductie
Op 4 november 2021 publiceerde NRC Handelsblad een opmerkelijk artikel over de manier waarop minister Sigrid Kaag (Buitenlandse Zaken) haar departement leidt. Volgens bronnen binnen het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft Kaag te weinig oog voor de organisatiecultuur en de werkvloer.
Organisatiecultuur
Uit het artikel blijkt dat Kaag vooral gefocust is op haar eigen beleidsterrein en te weinig aandacht heeft voor de organisatiecultuur binnen Buitenlandse Zaken. Volgens een anonieme bron zou Kaag “geen idee hebben wat er speelt op de werkvloer”. Een andere bron stelt dat het ministerie “onder Kaag geen fijne plek is om te werken”.
Werkvloer
Ook op de werkvloer zou Kaag weinig zicht hebben. Zo zou zij nauwelijks contact hebben met ambtenaren en vooral bezig zijn met haar eigen agenda. Een anonieme ambtenaar zegt hierover: “Kaag komt alleen langs als er iets te halen valt voor haar eigen portefeuille. Voor de rest wordt er niet naar ons geluisterd.” Een andere ambtenaar merkt op dat Kaag vooral bezig is met “haar eigen politieke carrière”.
Conclusie
Het artikel in NRC Handelsblad werpt een kritische blik op de manier waarop minister Kaag haar departement leidt. Hoewel zij de baas is, lijkt zij weinig oog te hebben voor de organisatiecultuur en de werkvloer. Dit kan leiden tot ontevredenheid en demotivatie onder ambtenaren, wat uiteindelijk ten koste kan gaan van de effectiviteit van het ministerie. Het is te hopen dat Kaag deze signalen serieus neemt en zich meer gaat richten op het welzijn van haar medewerkers.
Antwoorden Ze Is Wel De Baas, Maar Kaag Heeft Hier Toch Geen Goed Zicht Op
Definitie | Antwoord | Letters |
---|---|---|
Ze Is Wel De Baas, Maar Kaag Heeft Hier Toch Geen Goed Zicht Op |
Uitgavenpatroon
|
15 |
Na de publicatie van het artikel “Ze Is Wel De Baas, Maar Kaag Heeft Hier Toch Geen Goed Zicht Op” kwam er veel ophef en discussie op gang. Sommigen vonden de kritiek op Sigrid Kaag onterecht en vonden dat ze als Minister van Buitenlandse Zaken juist goed werk verrichtte. Anderen waren het wel eens met de kritiek en vonden dat Kaag te weinig oog had voor de problemen op haar ministerie.
Maar wat er ook van de kritiek op Kaag gevonden werd, één ding is zeker: het artikel heeft een belangrijke discussie op gang gebracht over de rol van vrouwen in de politiek en de manier waarop zij behandeld worden. Het feit dat Kaag als vrouwelijke minister van Buitenlandse Zaken zo’n prominente rol speelt in de Nederlandse politiek, is iets om trots op te zijn.
Hopelijk zal de discussie over de positie van vrouwen in de politiek leiden tot veranderingen en verbeteringen. Want ondanks dat Kaag misschien niet altijd goed zicht heeft op wat er op haar ministerie gebeurt, verdient ze het om serieus genomen te worden als belangrijke politieke speler in Nederland.