Onder welke naam kennen we de korte periode van democratisering in Tsjecho-Slowakije in 1968
In 1968 vond er in Tsjecho-Slowakije een korte periode van democratisering plaats die bekend staat als de “Prague Spring” of “Praagse Lente”. Deze periode van politieke hervormingen en liberaliseringen werd in gang gezet door de toenmalige leider Alexander Dubček.
Achtergrond
De Praagse Lente was een reactie op de verstikkende controle en repressie van de Communistische Partij in Tsjecho-Slowakije. Dubček wilde een gematigdere vorm van socialisme invoeren, waarbij meer vrijheid en democratie voor de burgers werd toegestaan. Dit leidde tot een periode van hoop en optimisme onder de bevolking.
Hervormingen
Tijdens de Praagse Lente werden er verschillende hervormingen doorgevoerd, waaronder meer vrijheid van meningsuiting, persvrijheid en politieke pluralisme. Ook werden er stappen gezet richting economische decentralisatie en democratisering van het politieke systeem.
Onderdrukking
De Praagse Lente duurde echter niet lang. In augustus 1968 vielen troepen van het Warschaupact, onder leiding van de Sovjet-Unie, Tsjecho-Slowakije binnen om de hervormingen de kop in te drukken. Dubček werd afgezet en vervangen door een meer pro-Sovjet leider. De periode van democratisering werd hardhandig beëindigd.
Nasleep
De onderdrukking van de Praagse Lente zorgde voor een lange periode van politieke repressie en stagnatie in Tsjecho-Slowakije. Pas in 1989, tijdens de Fluwelen Revolutie, kwam er opnieuw ruimte voor politieke hervormingen en democratisering.
De Praagse Lente blijft echter een belangrijke periode in de geschiedenis van Tsjecho-Slowakije, waarbij de hoop op vrijheid en democratie tijdelijk werd gekoesterd voordat deze hardhandig werd neergeslagen.